De revues van 1940 tot 1945

De revues van Rik Senten
tijdens de Tweede Wereldoorlog

In het Rubenspaleis (1940-1942)

Rubensrevue

Rik Senten stak in januari 1941 met zijn orkestleider Rik De Backer de Rubensrevue in elkaar. Deze revue ging door in het Rubenspaleis in de Carnotstraat.
De gekende revuesterren namen er aan deel zoals Polus, De Voght, Nini de Boël, Louis Staal en Louise Lausanne. Ook Co Flower en Nand Buyl traden hier op samen met de tenor Vanrijkel.

Familiekabaret

met Madam Priet en Madam Praat

Op zondag 24 november 1940 was Rik Senten in hetzelfde Rubenspaleis al begonnen met zijn zondagse Familiekabaret, en dit werd na de Rubensrevue in de weekends van februari 1941 hernomen.
Hierin traden Jaak De Voght, Louis Staal en Co Flower op, samen met een aantal attracties. Het vast orkest stond onder leiding van Rik De Backer, maar ook andere orkesten traden op, zoals het orkest van Marcel Beguin tijdens de Kerstmisweek van Sentens familiekabaret in december 1941. 
In juni 1941 organiseerde het familiekabaret een kabaret- en varétématinée voor 300 ‘weeskinderen’ uit de stad in het Rubenspaleis. Naast de optredens van de vedetten, het orkest en het ballet, voerde het gezelschap er ook het sprookje Asschepoes op.
In dit familiekabaret ontstond ook het populaire duo Madam Priet en Madam Praat van Jaak De Voght en Louis Staal.

Studio Con Amore

Met opleidingen als zanger, humorist, variété-artiest, instrumentist

Vanaf maart 1941 organiseerde Renaat Gondry naast de kabaretopvoeringen zijn crochet-wedstrijden. De winnaars van deze talentenjachten konden een opleiding krijgen in de ‘Vlaamsche Studio Con Amore‘, die toen reeds een 100-tal leerlingen zou bevatten.
De bovengenoemde artiesten van het familiekabaret en ook de toondichter J.A. Zwijsen – toen repetitor in de Koninklijke Vlaamse Opera – leidden in de studio de leerlingen verder op als zanger, humorist, variété-artiest, instrumentist. De studio zou ook een eigen balletkorps en een eigen orkest hebben gevormd.
In juni 1941 verzorgde de Studio met De Voght een kabaret- en variétéfeest in de schouwburg Van Wesenbeke.
En in maart 1942 vond in het Rubenspaleis het ‘Groot Gala Gemengd Feest van ‘Con Amore’ plaats met medewerking van het ballet en de balletmeester Ernest Pireaux van de Koninklijke Vlaamse Opera. Het orkest van Tony Mees gaf er een bloemlezing uit Wagners werken en het tweede gedeelte werd verzorgd door de beste krachten van Studio Con Amore.

In de Hippodroom (1942-1943)

Cabaret-revues

Ondertussen stond het orkest sinds 31 januari 1942 onder de leiding van Harry Reyntjens.
In september 1942 trokken Senten en het familiekabaret, na twee seizoenen in het Rubenspaleis, en Reyntjens met zijn ’20 jazz-virtuozen’ naar hun nieuwe stek, de vertrouwde Hippodroom. Daar bracht Rik Senten zogenaamde ‘cabaret-revues’, ook genaamd ‘moderne revue’, te beginnen met Hip-Hip-Hippodroom. Bedoeling was hier elke week een nieuwe cabaret-revue te brengen, dus anders opgevat dan de reeks show-en spaktakelrevues van voor de oorlog.
Na die eersteling volgde de revue ‘t Is da ne mensch zee…Eh ?  Hierin nam Nini de Boël voorlopig afscheid van het Antwerpse publiek nu ze voor een jaar vertrok naar het Brusselse Alhambra-theater. Dan volgden tot eind 1942 nog de cabaretrevues : • Zou ‘t nog gaan ? • Doe geen kosten • Schudden voor ‘t gebruik • Ge vangt ze… • Arm maar proper • Klein maar erg • Op olle gemak • Daar hedde wa •

Hernemingen

‘Triomf-revues’

Om het tweejarig bestaan van het familiekabaret te vieren organiseerde Rik Senten in november 1942 vier galavertoningen van zijn ‘geheel vernieuwde’ Triomf-revue Houdt Ze Warm. Daarna hernam hij nog : Heup met de beentjes • Hip-Hip-Hoera! • Laat maar steken ! • Snuitje komt in mijn schuitje • Deze laatste revue is eigenlijk de eerste van een nieuwe reeks, aangezien deze revue uit september 1939 toen niet is opgevoerd.

Wekelijkse revues

Vanaf Kerstdag 1942 begon Rik Senten aan een reeks nieuwe revues tot aan het afsluiten van het seizoen in april 1943.
Elke week stond een andere revue op het programma. De revues werden soms maar een maal opgevoerd, onder meer te wijten aan beperkende maatregelen vanwege de Duitse militaire overheid.
Werden opgevoerd : Zeede ga iet ? • 1943… En wat nu? • Niemand meer ?… Geluk! • Zie naa?… • Awel, spuiter ? • Met verschen moed… • Heddet gespanne • Zijn me da lappen! • As ge da nie meugt • Tegen wie zegdet • Hokus-Pokus-Pas • Volle Gaz • Weer wa varsch • Als ‘t mor voor niet is • Bliksem-Revue • Hoorde ze rammelen ? • Het beste van het beste (afscheidsvertoning) •

Met Leo Kiebooms en J.A. Zwijsen (1943-1944)

Voor wanneer na?

In september 1943 heropent de Hippodroom onder leiding van Senten met ‘eindelijk weer eens een ware Antwerpsche revue’. De revues lopen opnieuw wekenlang. Er werd gespeeld op zaterdag-, zondag- en donderdagavond met ‘s zondagsnamiddags een matineevertoning.
Het gezelschap bestaat uit Jaak De Voght, Louis Staal, de tenor Van Rijkel, Mia de Wachter en anderen.
Als orkest trok Rik Senten de ’15 Rhytme-virtuozen van den accordeon-koning Leo Kiebooms aan. 

‘t Ga korten !

In oktober 1943 wordt de nieuwe revue gespeeld met een ‘dubbel orkest’ onder leiding van Zwijsen. Naast het symphonisch orkest van J.A. Zwijsen – wat Senten wellicht doelbewust schrijft als JAZWIJSEN – speelt de jazz-formatie van Kiebooms. Mia de Wachter leidt nu een kinderballet van ’16 kwieke danseresjes’.

‘t Komt kleir… in de wasch !

‘Fantastische revue’

Rik Sentens ‘fantastische revue’. Deze revue met opnieuw een optimistisch klinkende titel startte eind november met dezelfde mensen en opnieuw het dubbel orkest Zwijsen-Kiebooms onder de algemene leiding van Zwijsen. Het kinderballet trad op in een Sint-Niklaas-feeërie, en verder enkele nieuwe attracties.

Van ‘t een en ‘t ander

‘Revue der revues’

Deze zogenaamde ‘Revue der Revues’ startte op tweede kerstdag 1943. Van Jaak de Voght werd gezegd dat hij weer de man van de revue was en vooral dan in het aanleren aan de zaal van het revueliedje.

J.A.Zwijsen trad hier ook op als ‘klavier-virtuoos’ bij de uitvoering van de 2e Rhapsodie van Liszt en ook de jazz-formatie van Kiebooms was weer van de partij.
Het hele gezelschap trad met deze revue begin januari ook op in de zalen Alcazar in Mechelen, Plaza in Boom en Roxy in Turnhout.

Operettes in de Hippodroom (jan-mrt 1944)

Vrouw Luna

Halfweg januari 1944 pakte Rik Senten uit met het opvoeren van operetten.
De eerste in de reeks is Vrouw Luna van de componist Paul Lincke. Zwijsen dirigeerde het versterkt orkest en naast het Hippodroomgezelschap en Jaak de Voght trad als hoofdrol Suzanne Lyonel op. Als gaste vermelden we Netty Hart.

Masker in Blauw

Een maand later dirigeerde Zwijsen Masker in Blauw van Fred Raymond. Suzanne Lyonel vervulde opnieuw de titelrol samen met Albert Van Rijkel die meermaals ‘tot “bis”-nummers verplicht werd’. Naast de vertrouwde figuren De Voght, De Wachter, Asselberghs en Staal trad in deze operette ook Frans Courtel op. De laatste vertoningen vonden plaats op 12 maart, waarna het gezelschap afscheid nam van het publiek.
Zwijsen werkte daarna nog voor enkele revues in het Empiretheater en het seizoen in de Hippodroom werd verder ingevuld met circusvoorstellingen.

Na de bevrijding 1944-1945

Wij zijn er van af !

Ontsmettingsrevue

Na de bevrijding van Antwerpen startten Rik Senten en Zwijsen op 30 september 1944 met deze zogenaamde ‘ontsmettingsrevue’. De regie was in handen van Rik Senten en Willy Cavalli.
Muziek. Naast het orkest van Zwijsen trad hier ook de Koninklijke fanfare ‘De Ware Vrienden’ op onder leiding van de heer Morjau. Nieuwe liedjes van Zwijsen waren In Normandië, gezongen door Mia De Wachter en René Bertal, en Bevrijding ! op tekst van Rik Senten zelf en gezongen door Gil. Gilbert.

Stilstand vanwege de V-bommen

Op 13 oktober viel de eerste Duitse V-bom in Antwerpen op de hoek van de Leopold de Waelplaats en de Schildersstraat en maakte 32 doden. Zwijsen vluchtte met zijn gezin naar zijn familie in Wallonië. De pianist-repetent Bert Peeters nam de dirigeerstok over.
Het gezelschap ging in oktober en november met een beperkt orkest van 12 muzikanten nog op tournee naar Turnhout, Aalst, Leuven en Mechelen. Op 5 november speelde men voor de laatste keer in Leuven. Rik Senten schreef dan vanuit Antwerpen aan Zwijsen :

“En dan meen ik voorloopig van alles voorzichtig de handen te houden, want de zaken (ook cafés) zijn hier zoo goed als verlaten.”

In april 1945 zag Senten het nog niet zitten om opnieuw aan revues te beginnen. De Hippodroom was door de beschadigingen nog niet veilig en Senten was druk met het lanceren van zijn Sportgazet. Rik Senten schrijft aan Zwijsen :

“Ik geloof nu, dat ook gij met uw familie niet lang meer uit de Scheldestad zult verwijderd blijven, en we weer spoedig den ouden goeden tijd mogen meemaken.”

Hands Up ! Kamerad !

Na de definitieve capitulatie van Duitsland op 8 mei, startte Senten diezelfde maand inderdaad weer met een revue. Zwijsen werkte hieraan mee en zou zoals dat ook werd aangekondigd deze nieuwe revue opnieuw dirigeren. Maar ondertussen was Zwijsen bezig met de voorbereiding en repetities voor de Komediantenrevue 1945 in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg en zou hij aan de muziek werken van de film van Gaston Ariën Baas Gansendonck. Het orkest stond dan ook onder leiding van Albert Peeters. Peeters bleef daarna verder meewerken aan de revues van Fé Pasmans, maar voor zover ik tot hiertoe kon nagaan was Hands Up ! Kamerad ! de laatste revue van Zwijsen en Rik Senten.

Eerste versie 5 december 2003
laatste aanpassing