In feite verheugt de schrijver van onderstaand citaat zich erover dat er sinds dit jaar in Antwerpen eindelijk revues gespeeld worden die geschreven werden in “uitmuntend Nederlands”.
Opmerkelijk is het wel dat al de revue’s die wij dit jaar zagen uitsluitend in ’t Vlaamsch zijn. Hadde men het destijds moeten wagen, niemand zou in het succes van zulke onderneming hebben durven gelooven, want het stond nu eenmaal vast dat een revue, om geestig te zijn en het publiek te bekoren, voor de drie kwart in “Fransch met haar op” en voor het vierde kwart in vischmarkt-Vlaamsch moest zijn geschreven. Nu is er geen enkel Fransch woord in de revues te vinden, – “We gaan ‘ne gang” is zelfs in uitmuntend Nederlandsch geschreven, – en het wordt aanvaard alsof het nooit anders geweest ware.
Bron en bijkomende informatie:
- Het Tooneel, 24 december 1915.
- De opmerking in bovenstaand citaat werd geschreven bij de bespreking van de vertoningen van de revue “We gaan ‘ne gang” in het theater Odeon op de toenmalige Kunstlei. De Kunstlei werd na de Eerste Wereldoorlog herdoopt in ‘Frankrijklei’ ter ere van een van geallieerde staten die aan de bevrijding had bijgedragen.