Over kamermuziek, modernisme, de uitvoering van den 20sten november l.l. en nog wat !
Onder die titel schreef Johan Zwijsen in het tijdschrift ‘De Toonkunstenaar’ een aantal bedenkingen neer, naar aanleiding van het kamermuziekconcert op 20 november 1927. Een strijkkwartet met Hugo Lenaerts (viool), Stef Strijmans (viool), August Baeyens (alto) en Antoon Horemans (cello) voerde er werken uit van Joaquin Turina, Gian Francesco Malipiero, en Darius Milhoud, die op de uitvoering zelf aanwezig was. Zwijsen, zelf zeker geen modernist, roept de muzikanten op om te trachten het modernisme in de muziek te begrijpen en hoopt dat dergelijke initiatieven in de toekomst op meer belangstelling zouden mogen rekenen. In felle bewoordingen roept hij de muzikanten op tot meer syndicale solidariteit.
Orkestbewerking van de liederen van Flor Bosmans.
In februari 1928 organiseerde de vereniging ter ere van haar voorzitter Flor Bosmans een feestzitting die werd opgeluisterd met een orkestbewerking van Zwijsen op de liederen van Bosmans. Op zondag 13 april 1930 werd Flor Bosmans opnieuw gevierd, toen als definitief aftredend voorzitter “na 10 jaren onafgebroken ambtsvervulling”. Bij die gelegenheid dirigeerde Zwijsen in de Koninklijke Vlaamse Opera het orkest dat het huldebetoon opende met zijn compositie : Doorheen de werken van Flor Bosmans. Daarna trad het snaarkwartet van het kamermuziekgezelschap van Antwerpen op met Hugo Lenaerts en Stef. Strijmans (viool), August L. Baeyens (alto) en Ant. Horemans (cello). H. Claessens aan het klavier speelde met Edmond De Herdt en Theo Van Doren (viool), Napoleon Distelmans (alto), H. Ceulemans (cello) en G. Dijckhoff (klavier), het klavierkwintet van Dvorak. Jos Sterkens, tenor en de sopranen Fernande Hougaerts en Juffrouw Briffaux van de K.V.O. vervolledigden het huldebetoon.