Opera Bergmans

Spectacles Lyriques Français
Hippodroom (1945-1950)

Na de Tweede Wereldoorlog verzorgde de Waalse impresario en schrijver Antoine Bergmans Franse operavoorstellingen – Spectacles Lyriques Français – in de Hippodroom van Antwerpen.

Naast de officiële benaming Spectacles Lyriques Français, stonden de voorstellingen ook bekend als:

Opera Bergmans / Hippodroom
Franse Lyrische gala’s / voorstellingen / opera’s
Franse galavoorstellingen / opera

en andere zoals de lyrische galavoorstellingen / de operavoorstellingen Bergmans, enz..

 J.A. Zwijsen maakte deel uit van het orkest en dirigeerde in deze reeks eind 1945 en begin 1946 de opera’s La Tosca van Giacomo Puccini en Werther van Jules Massenet, vanwege ziekte van de dirigent François Gaillard.
De balletten werden al die tijd geregeld door Jenny Boeva. Vanaf september 1950 verzorgde Josée Nicola de balletten tot de zogenaamde ‘Franse opera’, waarschijnlijk in december 1950, zijn laatste voorstelling gaf in de Hippodroom.


Het eerste seizoen (1945-1946)

De eerste voorstelling, La Traviata van Verdi, vond plaats op vrijdag 21 september 1945 onder leiding van de Waalse componist en dirigent François Gaillard en met de zangers André d’Arkor en Clara Clairbert.
Toen Gaillard eind 1945 ziek werd, nam Zwijsen twee voorstellingen over. In januari 1946 nam Alphons Cluytens de dirigeerstok op voor de rest van het seizoen.

17 voorstellingen plus slotvertoning

François Gaillard

La Traviata – La vie de Bohème – Manon – Le Barbier de Seville – Hoffman’s Vertellingen

J.A. Zwijsen

La Tosca – Werther

Alphons Cluytens

Madame Butterfly – Faust – Les Saltimbanques – Paillasse – Het Land van de Glimlach – Thaïs – Rigoletto – Carmen – La Traviata – Manon – Lakme

J.A. Zwijsen
interview
Radio Antwerpen
1967

Op het programma stond La Tosca, misschien wel de moeilijkste opera van Puccini. Dirigent was er zoals gewoonlijk de Waal meester Gaillard. Kwam dan de laatste en enige repetitie, de namiddag van de avondvertoning. Het orkest zit te wachten op de komst van de dirigent, tot de heer Bergmans buiten zichzelf komt melden dat de heer Gaillard, ziek zijnde, niet kan komen. Hij zal een oplossing zoeken. Het orkest blijft wachten, maar zolang er niet te spelen valt, hebben muzikanten niet zoveel geduld, en na zekere tijd beginnen ze dan mijn naam te scanderen. Ten einde raad komt de heer Bergmans, totaal wanhopig, dan met mij praten, of ik de opera Tosca wil dirigeren gezien het vertrouwen dat mijn collega’s in mij schijnen te hebben. Ik geloof dat hij mij alleen als de laatste strohalm aanzag en er zelfs niet zoveel van verwachtte. In ieder geval, ik aanvaardde en begon de repetitie. Tot overmaat van ramp echter was de sterzangeres niet aanwezig. Die was er immers gerust in, had toch onder leiding van diezelfde heer Gaillard Tosca reeds meerdere malen gezongen. Voor mij betekende dit echter dat alles wat met La Tosca te maken had diende overgeslagen te worden en niet gerepeteerd. Voor de opvoering drukte ik de muzikanten op het hart dat ik mij met hen niet teveel kon bezighouden, gezien ik mijn handen meer dan vol zou hebben met de zangers op het toneel. Het is echter schitterend afgelopen, dank zij alle medewerking natuurlijk. Want ik geloof niet dat er ooit een operavoorstelling met zulk ‘n concentratie is gespeeld en gezongen geworden.

Het tweede seizoen (1946-1947)

In het tweede seizoen stond Gaston Damman aan de pupiter, sporadisch vervangen door Charles Lauwers en François Gaillard.
In mei en juni weet Bergmans een Italiaans gezelschap te engageren voor drie voorstellingen onder leiding van Wolf-Ferrari.

21 vertoningen plus slotvertoning

Gaston Damman

Herodiade – Rome et Juliette – Manon – Le Chemineau – La vie de Bohème Les Pêcheurs de Perles – La Traviata – Aïda – Paillasse / Cavalleria Rusticana – Rigoletto – Faust – Madame Butterfly – Thais – Les Contes d’Hoffmann [afgewisseld met de vertoningen door Wolf-Ferrari]

Charles Lauwers

Werther

François Gaillard

Lucie de Lammermoor

Manno Wolf-Ferrari

Le Barbier de Séville – La Traviata – La Tosca

Het derde seizoen (1947-1948)

In het derde speeljaar nam Gaillard het opnieuw over, al verschijnt Damman nog nu en dan als orkestleider.
Bergmans experimenteert nu ook met het brengen van enkele operetten. Die staan onder de muzikale leiding van Van der Eycken en lopen in regie van Louise Lausanne. In maart 1948 waagt Bergmans, die zelf ook revueschrijver is, het om een van zijn eigen revues op te voeren. Het werd geen succes en door de geringe opkomst moest Bergmans de voorstellingen al gauw staken. Ook de geplande oparavoorstellingen werden een maand lang opgeschort.

13 operavoorstellingen plus 5 operettes en 1 revue

François Gaillard

La Favorite – Les Pêcheurs de Perles – La Traviata – Manon – Mme Butterfly – Faust – Lucie de Lammermoor – Cavalleria Rusticana – Le Jongleur de Notre Dame – Carmen – La Juive – Rigoletto – Tosca (slotvertoning)

Van der Eycken

De Lustige Weduwe – De Maskotte – Het Land van de Glimlach – De Maskotte (herneming) – In ‘t Witte Paard – Dat moet veranderen (revue)

Gaston Damman

Carmen – La Trouvère – Manon

Het vierde seizoen (1948-1949)

Het vierde seizoen lijkt na acht voorstellingen spaak te lopen. Opnieuw moeten de operavoorstellingen wijken voor het circus Knie, dat ditmaal optrad in februari en maart 1949.
Bergmans komt daarna op de proppen met een ‘Italiaans tournee’. De dirigent Luigi Martelli verzorgde met zijn Italiaans gezelschap nog zeven voorstellingen tot in juni 1949.

François Gaillard

La Traviata – La Vie de Boheme – Mireille – Guillaume Tell – Werther – Manon – Aida – Romeo en Juliette – Hamlet – Les Pêcheurs de Perles

Luigi Martelli

Le Barbier de Séville – Lucie de Lammermoor – Cavalleria Rusticana – Paillasse – La Traviata – La Tosca – Rigolette

Luigi Zanoni

Mme Butterfly

Het vijfde ‘seizoen’ (1949) in de Arenbergstraat

Een vijfde seizoen lukte niet in de Hippodroom. Bergmans gaf van oktober tot december 1949 wel vier operavoorstellingen in de zaal van het Koninklijk Kunstverbond in de Arenbergstraat.

François Gaillard

Les Noces de Jeannette – La Fille du Régiment – La vie de Bohème

Luigi Martelli

La Traviata

Het laatste seizoen (1950)

Het laatste seizoen startte in oktober 1950 opnieuw in de Hippodroom.
Na zes voorstellingen valt het doek definitief in december 1950. De laatste operavoorstelling, voor zover we konden nagaan, vond plaats op vrijdag 22 december 1950. Met de Franse zanger Raoul Jobin werd toen de opera Werther van Massenet uitgevoerd. Als slot werd een ballet van Gaillard zelf, ‘Au Clair de Lune’, uitgevoerd door het balletkorps van Josée Nicola.

François Gaillard

Manon – Paillasse- Cavallera Rusticana – Faust – Les Pêcheurs de Perles – Carmen – Werther


Eerste versie 17 sep 2015
laatste aanpassing :