Palladium

Palladium (1920-1923)
Cinematheater Empire (vanaf 1924)

Palladium
Appelmansstraat

In 1920 werd het theater Palladium gebouwd in de Appelmansstraat in Antwerpen. Het zou dienst doen als variété-, operette- en revuetheater, maar de zaal zou ook geschikt zijn voor concerten en bals. Architect was Louis Hamaïde. De inhuldiging vond plaats op 30 december 1920 en de eerste variété-vertoningen startten een dag later, op oudejaarsavond. 
Vanaf februari 1921 startten de operettenseizoenen. Dit duurde tot einde mei 1923, waarna nog gastvoorstellingen en revues volgden tot eind december. Vanaf januari 1924 werd de zaal dan definitief omgedoopt tot cinema Empire.

Naamloze Vennootschap Palladium

Op 30 december 1919 werd de N.V. Palladium opgericht in Antwerpen, met een doelstelling die veel ruimte liet om allerlei activiteiten te ontwikkelen. Het ging om “de oprichting en exploitatie van ondernemingen voor de productie, uitbrengen, aankoop, verkoop, ruil en verhuur van cinematografische films; de oprichting en exploitatie van feestzalen, theaters, restaurants, cafés enz.”
Voorzitter van de beheerraad was de Antwerpse handelaar Louis Weckx. In het bestuur zaten ook Oscar Levillain, bestuurder van de cinema Anvers-Palace, en Maurice De Walhens, die beiden ook de functie van directeur van het theater zouden opnemen. Het theater dat de vennootschap in de Appelmansstraat liet bouwen zou niet in de eerste plaats dienen als cinema, daar waren er naar verluid al genoeg van in Antwerpen. Men zou beginnen met variété, revues en operetten.

Galaconcert, gevolgd door variété

Zoals gebruikelijk opende dit nieuwe theater met een galaconcert ten voordele van enkele goede doelen. Dit concert vond plaats op donderdag 30 december 1920 ten voordele van de oorlogsslachtoffers, vertegenwoordigd in Het Nationaal Werk voor oorlogsweezen en Ons Invaliedenhuis.
Het orkest zou bestaan uit 35 muzikanten onder leiding van de heer Campo. Het strijkkwartet van het 1ste Regiment der Gidsen nam er aan deel met A. Onnou, L. Halleux, G. Prévost en F. Quinet. Verder de zangers De Lannoy, tenor, Maria Levering, Arthur Steurbaut, bas en de pianiste Mej. A. Olens.

Vermoedelijk gaat het hier om de violist Henri Van Campo, eerste prijs van het Conservatorium in Brussel. Hij was jarenlang werkzaam in Frankrijk.

Een eerste operettenseizoen

In februari 1921 begon men met een vast operettengezelschap aan een eerste operetteseizoen. Orkestleider werd Jan Tasset, die was overgekomen van de Anvers-Palace. Algemeen regisseur was Louis Servais en de balletten werden geregeld door Olga Euler. De eerste operette, op het programma vanaf vrijdag 25 februari 1921,  was Boccace van Franz von Suppé. Het seizoen sloot einde juli af met de operette La Grande Duchesse de Gérolstein op muziek van Jacques Offenbach.
De zomer werd overbrugd met enkele gastgezelschappen die vooral revues brachten.

Een franse-operettenseizoen

Het tweede seizoen opende op zaterdag 1 oktober 1921 met La fille du Tambour Major van Jacques Offenbach. Het orkest van 28 leden stond onder leiding van Tasset. Henri Claessens was pianist-begeleider.  Het ballet van twaalf danseressen stond onder leiding van Olga Euler.

Een derde, maar helaas laatste, operettenseizoen

Revueperiodemuzikale adaptatie
Anvers for Ever18 augustus – 28 september 1922
Anvers en baisse (feb) / wordt Anvers en hausse (mrt)2 februari – 15 maart 1923Jan Tasset
Henri Claessens
Anvers et Contre Tous10 augustus – 17 september 1923Jan Tasset
Anvers en l’Air15 november – 14 december 1923Jan Tasset
Revues van Fernand Servais en Remy Radeska in Palladium in 1922-1923

Na de opvoeringen van de revue Anvers for Ever, opende het derde operetteseizoen op zaterdag 30 september 1922 met De Zingende Molens, operette van de Belgische componist Arthur Van Oost.
In juni 1923 besloten de aandeelhouders van Palladium dat de operettenvoorstellingen hen te veel kostten. Als oorzaken gaven ze aan : de stijging van de salarissen en de hoge taksen van provincie en staat.
Men breide er nog wel een vaudeville-seizoen van een zestal weken aan vast. Daarna sloten de revue Anvers et contre tous van Fernand Servais en Remy Radeska in augustus en september 1923 de korte periode van het Palladium als revue- en operettetheater af.

Half slotseizoen

In september opent het theater, nu zonder eigen operettengezelschap, met gastvoorstellingen, operette en toneel, van het gezelschap van impressario Baret. Andere gezelschappen treden er ook op, zoals het gezelschap van impressario Paul Mérin. De laatste revue van Fernad Servais en Remy Radeska (voor de Vlaamse teksten) die hier wordt opgevoerd heet ‘Anvers en l’Air‘. Bestuurder is nog altijd de heer Dewalhens en Jan Tasset blijft orkestleider.
De laatste voorstelling in het theater Palladium is de Brusselse komedie ‘Ce bon monsieur Zoetebeek‘, waarmee het theater definitief zijn deuren sluit op 31 december, vrijwel exact drie jaar na de opening.
In januari 1924 is Palladium definitief omgedoopt tot cinema Empire, die op 4 januari haar eerste film programmeert.

Overzicht functies

BestuurderOscar Levillain1920-1921
Hamaïde1921
De Walhens / Dewalhens1921-1923
RegisseurLouis Servais1921
Stacquet1921-1922
Fioratti1922-1923
Tonniet1923
OrkestleiderCampo – [Henri Van Campo]1920-1921
Jan Tasset1921-1923
BelletmeesteresOlga Euler1921-1923

Eerste versie 6 jul 2011
laatste aanpassing :

Last Updated on 22 oktober 2023 by Erik Zwysen