Cinematheater

Van de kermis naar de zaal

De eerste films werden in Antwerpen vertoond op de kermis door reizende foorkramers. Een van hen was W. F. Kruger. Na een brand van zijn barak in juni 1904 op de foor van Antwerpen, installeerde hij in 1906 een cinematograaf in het lokaal Tivoli in de Pelikaanstraat 102. Daar gaf hij alle avonden vertoningen en Cinema Kruger-Tivoli kunnen we dus als de eerste vaste cinema van Antwerpen beschouwen. Vanaf augustus 1907 geeft hij ook dagelijkse avondvertoningen in de schouwburg Alhambra, dat werd dan de Cinema Kruger-Alhambra in de Hoogstraat 35. Hij bleef wel in Antwerpen en andere plaatsen actief als foorkramer met reizende filmvoorstellingen.
Die eerste cinemazalen haalden zo’n succes dat Kruger op de hoek van de De Keyserlei en de Appelmansstraat een herenhuis kon kopen. Daar opende hij op vrijdag 29 november 1907 zijn eigen cinemazaal onder de naam Cinema Schouwburg Kruger of Grand Théâtre F.Kruger.

Het Laatste Nieuws 30 april 1906
Op verschillende plaatsen der stad worden voorstellingen met cinematograaf gegeven, waaronder die van den Tivoli, Pelikaanstraat, onbetwistbaar de eerste plaats bekleedt.

De eerste cinemazalen

De eerste filmpjes werden niet enkel op de kermis vertoond, maar zo een beetje overal in zalen en café’s. Met het KB van 13 juli 1908 werden de ambulante filmvoorstellingen vanwege de opgelegde regelgeving sterk aan banden gelegd en de permanente cinematheaters bevorderd. Ook in Antwerpen schieten de cinematheaters uit de grond, waaronder de Folies-Bergère (1911), Ciné Lux (1913), Odeon (1913), Anvers-Palace (1915), Ciné Zoologie (1915), Anvers-Eden (1916) enz.. Onder impuls van dierentuindirecteur Michel L’Hoëst verenigden de cinemauitbaters zich op 17 mei 1916 in de ‘Syndikale Kamer van Antwerpen der Kinema’s en Bijvakken’. De dertien stichters vertegenwoordigden toen al zestien cinema’s en dat aantal groeide vrij snel verder.

De eerste orkesten

Verschillende Antwerpse bioscopen ontstonden uit variétéschouwburgen die als bijkomende attractie films vertoonden. Het orkest was feitelijk een van die attracties en trad vooral op als entertainment. Het orkest opende de voorstelling en vulde ook de pauzes op tussen de verschillende attracties. Af en toe werd daarbij ook muziek gespeeld bij het afdraaien van een film. In sommige zalen kreeg het orkest een belangrijkere rol en programmeerde de cinemabestuurder een concert-gedeelte. Dat was bij uitstek het geval bij de cinema-voorstellingen in de Dierentuin, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog een klein orkest speelde onder leiding van Edmond De Herdt.

De eerste cinemadirigent. Vermoedelijk was de eerste Antwerpse cinemadirigent de violist Henri Tokkie (1870 – 1942), jongere broer van operadirecteur Bernard Tokkie. Hij was dirigent geweest in het Scala-theater en in de Hippodroom, en werd in november 1907 dirigent in het Grand Théatre Kruger op de De Keyserlei 30 (de latere cinema Pathé). In september 1942 werd de 72-jarige Hijman Tokkie (zijn geboortenaam) bij een razzia opgepakt uit zijn toenmalige woonplaats in Den Haag en weggevoerd naar het kamp Westerbork. Vandaaruit getransporteerd naar Auschwitz en vermoord door het Duitse Nazi-regime.

Meer en betere muzikale begeleidingen

Na de Eerste Wereldoorlog kwamen langere en betere films ter beschikking. Daarbij werd aangedrongen op muzikale begeleidingn voor het ganse filmprogramma en vooral op betere kwaliteit. De attracties verdwenen uit de meeste zalen en de films speelden meer en meer de hoofdrol in de programmatie. Rond de jaren 1922-1923 sprongen vooral de bioscopen Zoologie, Anvers-Palace, Folies-Bergère en Coliseum in het oog. Hun orkesten en respectievelijke orkestleiders Henri Ceulemans, Renaat Van Zundert, A. Potmans en Guillaume-Eduard Delhaes kregen regelmatig lof toegezwaaid voor hun muziekaanpassingen. De ambitie van het bestuur en de orkestleiders in – vooral – de centrumbioscopen stuwden de volgende jaren de kwaliteit van de vertoonde films en daarmee ook van de filmbegeleidingen verder de hoogte in.

Het Antwerpsch Tooneel schreef in februari 1926
Het is de moeite waard om nagaan, hoe onze groote bioscopen met elkaar wedijveren om hun muzikaal gedeelte een zoo groote mogelijk artistiek cachet te geven. Onder de leiding van den heer Van Zundert is Anvers-Palace een ware concertzaal geworden, wat de Cine Zoologie, onder die van den heer Ceulemans, van eerstaf was, en zeer gelukkig streeft thans de Empire hierin zijn mededingers terzijde. (…) Ook naar den Empire gaat men thans om zéér voortreffelijke muziek te hooren.

Eerste versie 4 februari 2022

Last Updated on 8 november 2023 by Erik Zwysen